Verouderde principes
Door de lage rente en veel ingewikkelde regels werd een goed pensioen opbouwen erg duur. Ook was het pensioenstelsel gebaseerd op verouderde principes, waarbij ervan uit werd gegaan dat werknemers heel lang voor dezelfde werkgever blijven werken.
Tijdslijn
De verandering van het pensioenstelsel is enorm complex en continu onderhevig aan ontwikkelingen. In onderstaande tijdslijn zie je in grote lijnen het verloop van het proces.
januari 2028
Pensioenregelingen aangepast
Alle pensioenregelingen moeten vanaf 1 januari 2028 aan de nieuwe wetgeving voldoen.
juli 2025 (naar verwachting)
Mogelijkheid om maximaal 10% van het opgebouwde pensioen ineens op te nemen (de ingangsdatum is meerdere malen uitgesteld).
januari 2025
Voor werkgevers met een pensioenregeling bij een verzekeraar of een PPI, geldt 1 oktober 2026 als uiterste datum waarop het transitieplan gereed dient te zijn. Het transitieplan bevat verplichte onderdelen, waaronder het type premieovereenkomst, behandeling van eerder opgebouwde pensioenen en een compensatieregeling.
2023 - 2027
januari 2024
Vanaf 1 januari 2024 wordt de toetredingsleeftijd verlaagd van 21 jaar naar 18 jaar.
1 juli 2023
De wetgeving is per 1 juli 2023 in werking getreden.
22 december 2022
De Tweede Kamer heeft op 22 december 2022 ingestemd met het wetsvoorstel Toekomst pensioenen, inclusief de aangenomen wijzigingsvoorstellen vanuit de Kamer.
Dit verandert niet
Na bijna 10 jaar onderhandelen zijn de uitgangspunten voor ons nieuwe pensioenstelsel geformuleerd. Er verandert veel, maar een aantal sterke punten uit het huidige pensioenstelsel blijven overeind staan.
Zo wordt jouw pensioen in het nieuwe stelsel ook levenslang uitgekeerd. Premies worden ook in het nieuwe stelsel collectief belegd en deelname aan een pensioenregeling via jouw werkgever blijft verplicht. Ook blijft de opbouw voor nabestaandenpensioen na de pensioendatum hetzelfde.
Dit gaat veranderen
De uitgangspunten van het nieuwe pensioenstelsel zijn bekend, maar er wordt ook nog verder onderhandeld over de exacte invulling van diverse onderdelen. Het nieuwe stelsel wordt in de komende jaren stap voor stap toegepast. Hieronder staan we stil bij de belangrijkste wijzigingen.
Overgangsrecht
Als werkgever kan je ervoor kiezen om gebruik te maken van het overgangsrecht. Dit betekent dat als je nu een regeling hebt met een stijgend premiepercentage, jouw huidige werknemers (werknemers die tot 31-12-2027 in dienst zijn getreden) onder de huidige regeling pensioen op kunnen blijven bouwen.
Nieuwe werknemers
Per 1 januari 2028 moeten nieuwe werknemers onder de nieuwe pensioenregeling (met een gelijkblijvend premiepercentage) vallen.
Middellloonregeling
Pensioen opbouwen in een middelloonregeling is vanaf 1 januari 2028 voor niemand meer toegestaan.
Startleeftijd pensioenopbouw verlaagd naar 18 jaar
Vanaf 1 januari 2024 wordt de toetredingsleeftijd verlaagd van 21 jaar naar 18 jaar. Dit betekent dat werknemers vanaf 18 jaar pensioen op kunnen bouwen. Hiermee wordt voorkomen dat jongeren, met name vaak praktisch opgeleiden die die op 18-jarige leeftijd een volwaardige baan hebben, pensioenopbouw mislopen.
Huidig pensioenstelsel
In het huidige stelsel bouwen pensioenfondsen en verzekeraars op een andere manier pensioen op.
Huidig pensioenstelsel (pensioenfonds)
Alle deelnemers aan een pensioenfonds bouwen per ingelegde euro dezelfde rechten op. Hierbij speelt leeftijd geen rol. Dat is niet helemaal eerlijk, aangezien de euro van bijvoorbeeld een 30-jarige veel meer tijd heeft om in waarde te stijgen dan de euro van een 60-jarige.
Huidig pensioenstelsel (verzekeraar)
Bij verzekeraars is de hoogte van de pensioenpremie afhankelijk van de leeftijd van de werknemer. Voor jonge werknemers betaalt een werkgever (veel) minder pensioenpremie dan voor oude(re) werknemers.
Nieuw pensioenstelsel
Pensioen wordt straks altijd opgebouwd op basis van beschikbare premie. Een werkgever betaalt dan voor elke werknemer evenveel premie. Het maakt dan niet uit hoe oud de werknemer is. De huidige uitkeringsregelingen (eindloon- en middelloonregelingen) gaan verdwijnen. Hiermee verdwijnt ook de zekerheid over de hoogte van de uiteindelijke pensioenuitkering.
Onbetaalbaar
Tot op heden waren heel veel Nederlandse pensioenen gegarandeerd. Je weet dan precies hoeveel pensioen je later ontvangt. Deze garantie kost veel geld. Zeker nu de rente zo laag is en de economie onzeker. Eigenlijk is deze manier van pensioen opbouwen onder de huidige omstandigheden niet langer betaalbaar. Je moet dan simpelweg een te groot gedeelte van je salaris opzij zetten om te sparen voor later.
Pensioenverwachting in plaats van pensioenuitkering
In het nieuwe pensioenstelsel spreken we niet meer over een pensioenuitkering, maar over een pensioenverwachting. De zekerheid wordt de hoogte van de premie die je inlegt. De premie die je betaalt is dan het uitgangspunt en niet het op te bouwen pensioen, zoals nu het geval is.
Persoonlijk pensioenvermogen
Met je premie bouw je een “persoonlijk pensioenvermogen” op. Dit vermogen groeit tijdens de opbouwperiode doordat het wordt belegd. De hoogte van je pensioen is dan afhankelijk van de hoogte van je persoonlijk pensioenvermogen op de datum dat je met pensioen gaat. Hoe hoger je persoonlijk pensioenvermogen, hoe hoger je pensioen.
Meer rendement door langer beleggen
Iedereen in dezelfde pensioenregeling met hetzelfde salaris zet straks evenveel geld opzij voor pensioen.Pensioenfondsen kunnen het geld van jongere werknemers echter langer beleggen dan het geld van werknemers die vlak voor hun pensioen staan. Als geld langer kan worden belegd, is de kans op een hoger rendement groter. Een euro die een jonge werknemer inlegt kan daardoor meer pensioen opleveren dan een euro van een oudere werknemer.
Andere methode van pensioenopbouw
In het huidige pensioenstelsel betaal je als jongere mee aan de pensioenopbouw van ouderen (doorsneesystematiek). Door het afschaffen van deze systematiek ontstaan er straks problemen voor oudere werknemers. Zij hebben namelijk wel gespaard voor oudere werknemers toen zij jong waren, maar ontvangen op hun beurt deze “subsidie” niet meer van de jongere werknemers. Om dit te compenseren wordt een regeling in het leven geroepen. Hoe die eruit komt te zien is echter nog niet bekend.
Solidariteitsreserve
Er komt een zogenaamde solidariteitsreserve. Dit is een collectieve pot als buffer om financiële risico’s en schokken van de deelnemers collectief op te vangen. Deze reserve mag niet meer bedragen dan 15% van het collectieve pensioenvermogen.
Nieuw pensioenstelsel
Jouw pensioen wordt straks sneller aangepast aan de economische situatie. Dat betekent dat jouw pensioen sneller wordt verhoogd in goede tijden, maar ook sneller wordt verlaagd in slechte tijden.
Pensioenopbouw via verzekeraar
Gegarandeerde pensioenen die je via een verzekeraar hebt opgebouwd (dus niet via een pensioenfonds) worden niet verlaagd.
Een deel van jouw pensioen ineens opnemen
Je kunt straks maximaal 10% van het door jou opgebouwde pensioen ineens opnemen. Dit kan handig zijn voor bijvoorbeeld het aflossen van jouw hypotheek, of voor het dekken van zorgkosten.
Als je hiervoor kiest, gaat jouw levenslange maandelijkse uitkering echter naar beneden. Ook kun je dan niet meer kiezen voor een zogenaamd “hoog/laag-pensioen” (hierbij is de pensioenuitkering in de eerste jaren hoger).
Partnerpensioen voor de pensioendatum
- Het partnerpensioen is in het nieuwe stelsel niet meer afhankelijk van het aantal gewerkte jaren in een dienstverband.
- De partner van de overledene krijgt een uitkering als de overledene deelnemer was in een pensioenregeling.
- In het nieuwe stelsel wordt het nabestaandenpensioen altijd op risicobasis verzekerd. Dat betekent dat de dekking hiervoor na het einde van een dienstverband vervalt
- Er mag maximaal een bedrag van 50% van het salaris worden verzekerd voor partnerpensioen.
- Er komt een vaste eindleeftijd van 25 jaar voor het wezenpensioen en er mag maximaal een bedrag van 20% van het salaris worden verzekerd (op dit moment is dat ongeveer 7%).
Stijging AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd hangt af van de levensverwachting. Ben je geboren na 30 september 1961? Dan is jouw AOW-leeftijd nog niet bekend. Maar deze is minimaal 67 jaar en 3 maanden. De AOW-leeftijd is 5 jaar van tevoren bekend en verloopt nu als volgt:2023: 66 jaar en en zeven maanden;
2024 – 2027: 67 jaar;
2028: 67 jaar en drie maanden.
Op deze pagina kunt je jouw verwachte AOW-leeftijd berekenen:
Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zzp’ers
Voor zzp’ers is in het pensioenakkoord een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) opgenomen. In de praktijk blijkt de uitwerking van het voorstel op allerlei bezwaren te stuiten. Het is daarom nog niet duidelijk hoe de voorwaarden van deze AOV eruit komen te zien.
Pensioen voor zzp’ers
In het nieuwe stelsel is de fiscaal vriendelijke pensioenruimte voor zzp’ers flink verruimd. Eerder kon een zzp’er zo’n 13% van de pensioengrondslag fiscaal vriendelijk opzij zetten om te sparen voor later. Dit percentage is verhoogd naar 30%. Een zzp’er kiest er zelf voor of hij of zij hiervan gebruik wil maken.
In het oorspronkelijke voorstel was ook sprake van de mogelijkheid om het eigen huis in te zetten als pensioenvoorziening. Dit gaat niet door.
Informatie op andere websites
Werken aan ons pensioen
Waarom, hoe en wanneer verandert het pensioenstelsel?
pensioenduidelijkheid.nl
Website van VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO-Nederland, FNV, CNV, VCP, Pensioenfederatie, Verbond van Verzekeraars en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.